Dit is een verkorte versie van het artikel verschenen in Smart e-mobility
Nederland telde in het voorjaar van 2016 25.128 deelauto’s; een groei van 55 procent ten opzichte van 2015. Na het zomerreces worden de nieuwste cijfers bekend. Martien Das, namens Rijkswaterstaat betrokken bij de Green Deal Autodelen, is optimistisch: ‘Er zijn in de afgelopen periode grote stappen voorwaarts gezet bij de samenwerking tussen steden en de aanbieders van deelauto’s. Dit leidt tot een significante versnelling van de uitrol van deelauto’s.’
En het aandeel elektrisch? Van alle deelauto’s is 4,5 procent elektrisch (noot: op het meetmoment in 2016, na dit meetmoment zijn nieuwe aan- bieders van elektrisch autodelen toegetreden zoals Buurauto en WeDriveSolar). Ter vergelijking: van alle personenauto’s in Nederland is ruim 1 procent elektrisch.
Marktdialoog
Door de Green Deal zijn inmiddels tal van acties opgetuigd om de bekendheid van autodelen
te vergroten via onder meer de informatieve website autodelen.info. Bovendien worden kennis en data opgebouwd en gedeeld en zijn er pilots opgezet om autodelen verder op te schalen. ‘De markt is duidelijk in beweging gekomen’, stelt Das tevreden vast. ‘Daarbij zijn er goede stappen voorwaarts gezet bij de samenwerking tussen steden en de aanbieders van deelauto’s. Een van de meest waardevolle instrumenten is de werkgroep waar gemeenten en aanbieders op regelmatige basis overleggen. Het is in feite een marktdialoog die ervoor zorgt dat gemeenten weten hoe zij de markt kunnen helpen. Ondersteunende acties (red. zie kader) lopen uiteen van een aanscherping van het autodeelbeleid, het verlagen van de kosten van de autodeel-parkeervergunning tot het verbeteren van het aanvraagproces van gereserveerde parkeerplaatsen voor deelauto’s.’
Een mooi praktisch voorbeeld van wat de Green Deal Autodelen bewerkstelligt, vindt men volgens Das in de gemeente Utrecht. ‘In de Domstad krijgen alle inwoners met een parkeervergunning ieder jaar een brief van de gemeente over de betaling van de vergunning. In deze brief is voortaan informatie opgenomen over de mogelijkheden van autodelen in Utrecht. De gemeente benut zo een natuurlijk contactmoment. Dit om de via landelijk onderzoek vastgestelde 20 procent autobezitters die welwillend tegenover autodelen staat over de streep te trekken.’
Autobezit daalt
Das heeft er door de verschillende acties alle vertrouwen in dat het doel van 100.000 deelauto’s in 2018 bereikt kan worden. ‘In het Energieakkoord staat dit doel overigens pas voor het jaar 2020 geformuleerd. Ieder jaar dat wij deze mijlpaal eerder bereiken is in feite pure winst. Zodra in september de nieuwe cijfers bekend worden, kunnen wij inschatten wanneer het doel bereikt zal worden. Hoe dan ook zien wij in veel grote steden een daling van het autobezit per inwoner. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat deze daling landelijk gezien vooral bij jongeren tot 30 jaar plaatsvindt.’
Elektrisch autodelen heeft volgens Das dan ook de toekomst. ‘Je merkt dat marktpartijen het feit dat hun deelauto elektrisch is benadrukken om een overstap extra aantrekkelijk te maken. De gebruiker krijgt iets extra’s wat hij zich privé misschien nog niet kan veroorloven. Een elektrische deelauto is een laagdrempelige manier om ken-
nis te maken met elektrisch rijden.
Het Nederlandse deelautowagenpark wordt – door de hogere bezettingsgraad – sneller vernieuwd dan het particuliere wagenpark, waardoor het de komende jaren sowieso sneller zou kunnen elektrificeren zodra meer betaalbare modellen op de markt komen. Bezitters van een elektrische auto kunnen overigens ook hun auto verhuren op platforms zoals Snappcar en MyWheels. Veel maatregelen die gemeenten nemen om de autodelen te stimuleren, zijn boven- dien positief voor elektrisch autodelen.’
Gedeelde auto als openbaar vervoer
‘De elektrische, gedeelde auto kan een nieuwe vorm van openbaar vervoer worden’, vult Michel van Lindert aan, directeur van Vereniging DOET. ‘Om deze ontwikkeling te stimuleren moet de overheid wel over de brug komen met flankerend beleid voor bijvoorbeeld laadplekken en parkeren.’