Op 3 april 2017 kreeg de 82-jarige Luud Schimmelpennink de Frans Banninck Cocq penning uitgereikt van de Amsterdamse wethouder Pieter Litjens. Deze penning is bedoeld voor mensen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de stad voor een periode van 10 jaar of langer. Luud is de bedenker van de Witkar en het Witte fietsenplan en daarmee de grondlegger van autodelen en fietsdelen.
Not invented here?
Het witte fietsenplan werd pas 35 jaar na uitvinding populair en het concept dat ooit bedacht was door ex-provo Luud Schimmelpennink bestaat nu in 1100 steden wereldwijd. Maar niet in Amsterdam, want 'not invented here', hè wacht....het is wel hier bedacht. De gemeente Amsterdam vond het idee destijds in 1967 niks, want "je begrijpt toch wel dat het tijdperk van de fiets nu voorbij is, de toekomst is voor de auto". Toch bijzonder om te zien hoe groot dit idee is geworden en hoe dit wereldwijd bijdraagt aan meer aandacht voor de fiets in de stad.
Pionier in autodelen
Na de afwijzing van het fietsplan, kwam Luud met een plan voor een collectieve auto. Een deelauto dus! Witkar was wereldwijd het tweede autodeel systeem en trok in 1968 de aandacht van internationale pers. De "Elektriese Munt-Oto" was een cilindervormig voertuig op drie wielen,, die tot 30 kilometer per uur kon halen en een actieradius op een volle acculading had van15 kilometer. Wie een witkar wilde gebruiken, moest lid worden van een vereniging en kon vervolgens voor een gulden per 5 kilometer een witkar lenen van een van de vijf stations in de binnenstad. Een rit diende ook weer op zo'n station te eindigen, waarna de accu's van de witkar binnen zeven minuten konden worden opgeladen.
Epische film
Kijk hoe het vroeger werkte met de Witkar en verbaas je over de gelijkenissen met het heden!
Waarom stopte de Witkar in 1986?
De vereniging zichzelf op te heffen omdat de doelstelling niet haalbaar bleek te zijn. Er waren 25 stations, en 125 Witkarren voorzien. De initiatiefnemers weten het gebrek aan succes voornamelijk aan tegenwerking van de gemeente Amsterdam, die moeilijk zou doen over vergunningen. De gemeente Amsterdam vond dat de karretjes geen invloed hadden op een verbetering van de luchtkwaliteit en oordeelde bovendien dat de Witkarren werden verwaarloosd omdat ze niet genoeg werden gebruikt.
Waar staan we nu, 50 jaar later?
Bij het bekijken van deze film klinkt bijna alles zeer bekend in de oren: het tegengaan van verkeers- en parkeerproblemen in de stad, zorgen om het milieu en luchtvervuiling, de beperking van de actieradius van een elektrisch voertuig, de rol van technologie en het belang van innovatie, geplande uitbreiding en de community van gebruikers. Dit lijkt grappig, maar is eigenlijk heel triest. De belofte en de potentie van autodelen zijn nog steeds groot, Luud was daarin een visionair. Maar in de tussentijd zijn de genoemde verkeers- en parkeerproblemen alleen nog maar groter geworden. Autodelen is gelukkig ook wel gegroeid, maar nog steeds te klein om echt een grote impact op onder andere deze problemen te hebben.
Wat is er nu anders dan toen?
- Het probleem is urgenter en zichtbaarder geworden. De toenmalige politici waren sceptisch, tegenwoordig is er geen beleidsmaker die zich geen zorgen maakt om toenemende mobiliteit en verstedelijking.
- De technologie is met de wet van Moore verbeterd en daardoor kunnen we nu, via onze telefoon, realtime auto's boeken en openen en kunnen makkelijker auto's delen met vreemden.
- Er is een veel grotere beweging gaande rondom bezit naar gebruik, die zich niet beperkt tot mobiliteit.
- Er is voldoende bewijs en onderzoek over de effecten van auto- en ritten delen.
- En natuurlijk is de range en snelheid van elektrische auto's ook vele malen groter.
Dus we staan er goed voor!
Wat denken experts over de toekomst?
In Pakhuis de Zwijger werd ter ere van 50 jaar Witkar een grote verzameling van binnen- en buitenlandse experts uitgenodigd om te praten over de toekomst van gedeelde mobiliteit. De discussies zijn hieronder terug te kijken. Ze gingen over gedeelde mobiliteit, Mobility as a Service en de deeleconomie algemeen.
De experts geloven in de potentie van autodelen. Als onderdeel van MaaS (een mobiliteits abonnement), als oplossing voor de ca. 40% openbare ruimte die door privé auto's bezet wordt, de stedelijke file's, als onderdeel van een gezonde mix in een stad waarbij lopen en fietsen een hoofdrol spelen en in de combinatie met zelfrijdend vervoer (gedeelde taxi's).
Maar er is ook zijn ook kritische noten te horen, er is nog niet genoeg onderzoek, we hebben niet de juiste infrastructuur om van de leidende rol van de auto af te komen, we moeten de burenrelatie niet willen economiseren en ook in de digitale openbare ruimte is nog veel werk aan de winkel. De gemeente lijkt vooral te geloven in de markt en keuzes die de gebruiker gaat maken bij een goed aanbod en makkelijk te maken combinaties van vervoersmiddelen.
Maar is dat genoeg? Misschien is het nodig om meer te doen? Autobezit duurder te maken terwijl het alternatief beter samenwerkt en makkelijker wordt? Minder ruimte reserveren voor parkeren en die ruimte teruggeven aan de inwoners van de stad? Meer inzetten op communicatie over de voordelen de alternatieven? Werkgevers betrekken? In ieder geval breken met het verworven recht van een eigen auto, waar je nagenoeg alleen in rijdt. Autodelen en andere alternatieven voor de auto moeten wel groeien, want anders kijken we over nog eens 50 jaar met veel herkenning en een treurig gevoel naar een filmpje van vandaag.