Parkeernormen: een lastig thema? Een hoofdpijndossier? Niet volgens de gemeente Delft! In mei presenteerde zij dit vernieuwde onderdeel van het parkeerbeleid. Lagere parkeerminima, het benutten van bestaande restcapaciteit, flexibiliteit en alternatieven voor de auto zijn de hoofdrichtlijnen. Hiermee daagt Delft ontwikkelaars uit om uit de comfort zone te stappen en anders na te denken over mobiliteit in gebiedsontwikkeling. Jan-Kees Verrest van de gemeente Delft: ‘Zo houden we de stad prettig en leefbaar’. Maar wat is het doel van een nieuw parkeerbeleid voor een gemeente zoals Delft? Is het om bewoners zoveel mogelijk te faciliteren of is het een beleidsinstrument om te sturen op bepaald gedrag bij bewoners en zo de stad op een wenselijke manier vorm te geven. Om de vrijheid van mobiliteit te waarborgen, terwijl de flexibilisering (terugdringen) van parkeernormen wordt doorgevoerd, zal er gekeken moeten worden naar alternatieve oplossingen voor mobiliteit, buiten de privéwagen.
Tijdens de Provada -de grootste vastgoedbeurs van Nederland- host de gemeente Delft een ronde tafel over parkeernormen. Aan tafel zaten Jan-Kees Verrest (verkeer & vervoer van de gemeente Delft), Sico van Ammers (van der Vorm Vastgoed), Barend Jansen (verstedelijking mobiliteit Provincie Zuid-Holland), Ananda Groag (shareNL), Fred Wilkes (Q-park), Wicher Mol (BPD) en tafelheer Pieter Delleman (Spark Parking). De nota Parkeernormen van gemeente Delft biedt ontwikkelaars de mogelijkheid om gemotiveerd af te wijken van de vastgelegde parkeernormen. Dus ontwikkelaars mogen afwijken van de parkeernormen mits ze een goed alternatief kunnen bieden. Dit werpt echter wel vragen op. Hoe borgen we samen met de ontwikkelende partijen de vrijheid van mobiliteit? Hoe maken we aanpassingen als de werkelijkheid toch een ander parkeergedrag laat zien? Voor dit soort vragen was de ronde tafel in het leven geroepen.
Hoe de vrijheid van mobiliteit gewaarborgd kan worden? Door gezonde, makkelijke en eenvoudig toegankelijke alternatieven te bieden. Tijdens het gesprek komt de deelauto aan bod als een van de oplossingen voor de daling van parkeernormen, maar om deze als alternatief geaccepteerd te krijgen, moet er wel behoorlijk gestuurd worden op gedragsverandering bij de toekomstige bewoners. De vanzelfsprekendheid van de privéwagen moet veranderen. Is de gemeente de speler die deze rol op zich moet pakken en de regie in handen moet nemen? Gemeente Delft neemt een vooruitstrevende rol hierin met het nieuwe parkeerbeleid. De belangrijkste voorwaarde hierbij blijft dat de omgeving van de ontwikkeling geen overlast krijgt. Toekomstvaste borging van de afspraken is hierbij van groot belang. Niet alleen de alternatieven moeten goed geborgd worden, maar ook de eventuele terugvalopties bij mogelijk onverwacht ander parkeergedrag na (enkele jaren van) realisering. Deze terugvalopties zullen vooraf bedacht en vastgelegd worden, waarbij de ontwikkelaar aan zet is.
Omdat we niet kunnen voorspellen hoe het bewonersgedrag eruit zal zien in de toekomst en zeker niet van de tweede generatie bewoners, is flexibilisering van de parkeeroplossing iets waar serieus over nagedacht moet worden. Stel dat de tweede generatie bewoners andere woonbehoefte heeft dan de eerste generatie bewoners? Flexibel omgaan met de ruimte kan in de toekomst de nodige perspectieven bieden. Als voorbeeld een parkeergarage: richt dit zo in dat het als parkeergarage kan dienen wanneer dat nodig blijkt, maar ook een ander doeleinde kan dienen als de parkeerbehoefte afneemt. Zorg ervoor dat oplossingen niet in cement gegoten worden, letterlijk en figuurlijk. ‘Hiervoor dagen wij ontwikkelaars uit om eens op een andere manier met de ruimte om te gaan en out-of-the-box te denken over de invulling’ - zegt Jan-Kees Verrest.
In een dichtbevolkt land als Nederlands is ruimte het kostbaarste bezit. Daarnaast zal de Nederlandse bevolking met zo’n 950.000 mensen groeien waarvan de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) een derde van deze bevolkingsgroei te verwerken zullen krijgen (CBS & PBL, 2015). De nu al schaarse publieke ruimte zal alleen maar schaarser worden. Bovendien is de huidige naoorlogse woningvoorraad bijna volledig gebouwd voor de autobezitter en zien we als gevolg dat veel van de schaarse publieke ruimte gereserveerd is voor stilstaande auto’s (een auto staat gemiddeld 95% van de tijd stil). Parkeernormen als beleidsinstrument kunnen een grote rol gaan spelen in het oplossen van het schaarsteprobleem van Nederland. Dit zorgt voor een keuze voor de (toekomstige) niet autobezitter om te kiezen voor een woning met een lage parkeernorm, maar met alternatieven op de eigen auto om de vrijheid van mobiliteit te waarborgen. Lagere parkeernormen en minder privéwagens: hoe denk jij dat dit jouw leefomgeving zal veranderen?