As the sharing economy continues to expand globally, perhaps nowhere is it moving as fast and furious as in the mobility sector. With the expansion of carsharing, ridesharing and ride-sourcing as well as platforms that emphasise access over ownership, mobility initiatives are helping drive the sharing economy.
Aristoteles wist het al: "Uiteindelijk ligt rijkdom veel meer in het gebruik dan in het bezit.” Volgens de Griekse wijsgeer is het goed dat er privé-eigendom is, maar is het nog beter als mensen dit eigendom gemeenschappelijk kunnen gebruiken. Trendwatchers voorspellen een omslag van bezit naar gebruik. Het al dan niet bezitten van dingen beïnvloedt ons handelen sterk. Hoe werkt dat precies en wat betekent dit voor autodelen?
Autobezit is duur en beperkt je vrijheid. Omdat de auto al voor de deur staat, is dat ook vaak het gekozen vervoersmiddel. Voor hetzelfde maandbudget kun je beschikken over keuzevrijheid. Een auto voor af en toe met een ruim aanbod aan type auto's, het OV, een taxi voor na een avondje stappen, meerijden en onbeperkt lopen en fietsen. Grote kans dat er zelfs nog geld over blijft voor leuke dingen, zoals een avondje uit.
In Duitsland wordt al twee jaar gewerkt aan een nieuwe wet voor autodelen, die nu bijna af is. Goed nieuws voor de 'booming car-sharing market' van het land. Handelsblatt haalt de minister van transport Alexander Dobrindt aan: “Het doel is om de deelstaten te helpen speciale parkeerplaatsen te creeren voor deelauto's.
Bij onze zuiderburen groeit de populariteit van deelfietsen en autodelen. 'De tijd is voorbij dat het delen van fietsen en auto’s alleen iets is voor een kleine groep milieubewuste alternatievelingen', zegt mobiliteitsexpert Kris Peeters. ‘De deelfietsen en -auto’s beantwoorden aan een praktische nood: je hebt geen brede gang of fietsenstalling nodig om je fiets te zetten en geen garage om je auto kwijt te kunnen. In Antwerpen is het intussen al zo ver gekomen dat sommigen zelfs liever niet met hun eigen auto rijden uit schrik om geen parkeerplaats meer te vinden. Daarbij komt dat deelauto’s gebruiken veel goedkoper is dan met een eigen wagen rondrijden.’
Autolib in Parijs, een one-way autodeel systeem, heeft moeite om het juiste business model te vinden. Vijf jaar na de lancering, is de dienst snel gegroeid tot het grootste one-way autodeel platform ter wereld qua auto's en leden. Ondanks de populariteit en groei is het platform nog niet winstgevend. Waar het aantal leden 'per auto' omhoog gaat, gaat het gebruik omlaag. Waarschijnlijk vanwege de afgenomen beschikbaarheid. Wat moet er gebeuren om deze dienst in het Parijse straatbeeld te houden? Het adviesbureau 6t schrijft een beschouwing.
Wassenaar kent een groot aantal Greenwheels-gebruikers dat al veelvuldig gebruik maakt van het inmiddels 1.700 auto’s tellende wagenpark, maar toe nu toe konden zij in de eigen woonplaats nog niet over een deelauto beschikken. “De gemeente Wassenaar wil het autodelen graag faciliteren, omdat het bijdraagt aan het beperken van autobezit, het selectiever gebruik van de auto en daarmee aan een reductie van broeikasgassen,” aldus wethouder van Doorn. “Minder autobezit betekent dat er minder ruimte nodig is voor geparkeerde auto’s.
In het voorjaar van 2017 gaat een nieuwe autodeel dienst live in Berlijn: Drive By. Bijzonder aan deze dienst is dat zij alleen per kilometer gaan afrekenen en niet op tijd, zoals de meeste van hun concurrenten doen. Zo kun je volgens de oprichter relaxter een auto huren, je hoeft niet naar de tijd te kijken.
Een aantal organisaties als de NS, ANWB, RAI-vereniging en gemeentelijk vervoersbedrijven hebben krachten gebundeld om een punt te maken. Ze pleiten voor één minister voor Mobiliteit en een miljard euro extra per jaar én fors inzetten op duurzame en slimmere manieren van vervoer.
Het aantal treinreizigers met 2 procent is toegenomen, in de steden 5 procent. Op de wegen wordt de komende jaren 38% stijging verwacht. Tijd om in te zetten op nieuwe technologie om mensen én vracht slimmer en sneller te laten reizen, dus ook voor deelmobiliteit!
Amsterdam groeit, maar wil voorkomen dat dit leidt tot een openbare ruimte vol geparkeerde auto’s. Daarom is het straks niet meer vanzelfsprekend dat kopers of huurders van een nieuwbouw woon- en bedrijfsgebouwen een straatvergunning kunnen krijgen. Ook wordt de parkeernorm verlaagd. Parkeerplekken komen in of onder het nieuwe gebouw. Hiermee hoopt de gemeente meer ruimte te creëren voor voetgangers en fietsers, en inspelen op toekomstige ontwikkelingen, zoals de verwachte groei van deelautoconcepten.
Het internationale ZipCar en CarAmigo (peer-to-peer autodelen) gaan in Brussel een nauwe samenwerking aan. Dit lijkt misschien gek, want het zijn immers toch concurrenten? Zo zien zij het zelf niet. Ze zien elkaar als aanvullend op de eigen service. Waar de ZipCar auto's alleen in de stad worden gebruikt voor korte ritten, worden de CarAmigo vaak voor langere ritten of meerdere dagen gebruikt worden. Zo bieden ze samen een vollediger aanbod aan iemand zonder auto of tweede auto. Zo maken ze samen autodelen groter!
Gemeenten en provincies willen onder andere door slimme mobiliteit gezondere en aantrekkelijkere stedelijke woonomgevingen creeren. Parkeernormen, die bepalen hoeveel (inpandige) parkeerplaatsen er bij elke nieuwbouw woning moeten komen spelen daarbij een belangrijke rol, maar zijn vaak gebaseerd op verouderde verwachtingen van groeiend autobezit in de stad. Dit staat projectontwikkelaars en corporaties in de weg. Het zorgt voor onnodige kosten, lege parkeerplaatsen, suboptimaal gebruik van stedelijke ruimte en dus minder en duurdere woningen. Steden met ambities voor duurzame stedelijke mobiliteit, moeten met lef sturen op parkeren en autobezit.